Planschade

Door een planologische wijziging, vrijstellings- of projectbesluit kan door toedoen van de overheid een bedrijf of burger nadeel ondervinden in de vorm van inkomensschade of een waardevermindering van zijn onroerende zaak. Op grond van Artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening ontstaat hierdoor een recht op tegemoetkoming in de planschade. In de meeste gevallen zal de burger hiertoe een verzoek tot tegemoetkoming in de planschade bij het desbetreffende bestuursorgaan indienen waarna het bestuursorgaan een besluit moeten nemen om al dan niet in de geleden planschade tegemoet te komen. Een dergelijk besluit tot tegemoetkoming in de planschade dient zorgvuldig tot stand te komen om een eventuele rechtsgang te vermijden. Hierbij wordt er doorgaans een beroep gedaan op externe deskundigheid om de inkomensschade of een waardevermindering van de onroerende zaak vast te stellen. Bij het vaststellen van de schade dient rekening te worden gehouden of de planologische wijziging voorzienbaar was, de aanvrager het risico op waardevermindering of inkomensschade actief dan wel passief aanvaard heeft en dient in gevallen conform art. 6.2 van de Wet ruimtelijke ordening een aftrek plaats te vinden in verband met het normaal maatschappelijk risico.

Voor het uitvoeren van een dergelijke taxatie schakelt u de planschade taxateur van Grondzaken Dienstencentrum in. Deze heeft reeds veel ervaring opgedaan in diverse planschade commissies. Op een professionele, transparante en onderbouwde wijze stelt hij een rapportage op ter ondersteuning van het besluit. Ook kan op voorhand een planschade risicoanalyse uitgevoerd worden om de (financiële) risico’s voor de opdrachtgever in beeld te brengen. Indien gewenst kan de deskundige van Grondzaken Dienstencentrum optreden als begeleider in een eventuele planschade procedure.